Over de impact van de coronacrisis op de stad is al veel geschreven. Is de invloed van de pandemie op het stedelijk leven blijvend of niet? Het is nog te vroeg om er zinvolle uitspraken over te doen. Tegelijkertijd zien we in de openbare ruimte nu al interessante ontwikkelingen die vragen om reflectie. Toekomstvoorspellingen zijn niet mogelijk, maar toekomstvoorstellingen wel. Vandaag de aftrap van een reeks van vijf mogelijke Corona-effecten in de openbare ruimte.
Tekst: Michiel Smit (Stadswerk magazine) en Gert-Jan Hospers (Stichting Stad en Regio)
Van buiten word je beter
Tijdens de coronacrisis is de openbare ruimte aan de ene kant een reddingsboei gebleken. Besmettingen ontstaan vooral in binnenruimtes waar mensen dicht op elkaar zitten. In de buitenruimte is het makkelijker om afstand te houden, ook al houdt niet iedereen zich daaraan. Verder hebben velen de afgelopen twee maanden ontdekt hoe fijn het is om de intussen haast spreekwoordelijke ‘frisse neus’ te halen. Onder het motto ‘van buiten word je beter’ werden stille natuurgebieden opeens bezoekersmagneten. Basisscholen die weer gestart zijn geven sommige lessen in de buitenlucht. Dat geldt ook voor sportclubs die bijvoorbeeld judotrainingen in het park verzorgen. Maar zeker in de beginfase van de crisis was het een stuk rustiger op straat waardoor de ‘beheerbaarheid’ van de openbare ruimte makkelijker was dan in normale tijden.
Druktemeters en beveiligers
Aan de andere kant geldt: de openbare ruimte is en blijft het domein waar grote groepen mensen samenkomen. Het is een plek van sociaal contact, ontmoeting en protest. Nota bene vorig jaar won die protestfunctie aan terrein: klimaatactivisten, docenten, zorgpersoneel en boeren gingen letterlijk de straat op om hun onvrede over het kabinetsbeleid te laten blijken. Hoezeer mensen behoefte hebben aan de sociale functie van de openbare ruimte, bleek duidelijk uit het volstromen van de winkelstraten na het verspoelen van de lockdown-maatregelen. Het werd meteen druk, met als risico dat het aantal bestemmingen gaat toenemen. Gemeentebesturen en winkeliersverenigingen zetten druktemeters en beveiligers in om het publiek in goede banen te lijnen. Want ‘anderhalve meter afstand’ is het devies – en dat blijft op straat waarschijnlijk nog wel even zo.
Coronaproof, hoe doe je dat?
Zolang er geen vaccin is, zal de openbare ruimte in onze steden ‘coronaproof’ moeten zijn. Op dit moment vallen de meeste maatregelen in de sfeer van handhaving (denk aan boa’s of anderen die mensen wijzen op hun gedrag), technologische oplossingen (apps, camera’s of zelfs drones) en nudging (positieve prikkels, zoals pijlen op straat die het publiek in de juiste richting proberen te leiden). Op het gebied van inrichting van de openbare ruimte gebeurt er nog niet veel. Logisch, want we weten nog niet goed waar het naartoe gaat. Daar komt bij dat inrichtingsmaatregelen ingrijpend en duur zijn. Voorbeeld: moeten de normen voor de breedte van stoepen verruimd worden? Het kost al gauw een paar jaar om een officieel erkende norm tot stand te brengen. En daarna duurt het nog decennia voordat de norm – bij vervanging en herinrichting – overal is toegepast.
Top vijf van Corona-effecten
Bij de openbare ruimte ligt de focus van de coronacrisis op de korte termijn. Dat is begrijpelijk, want er is behoefte aan concrete en werkbare maatregelen. Maar wat zijn de Corona-effecten op de lange termijn? In de bijdragen die op deze inleiding volgen behandelen we de vijf domeinen in de openbare ruimte waarvoor de gevolgen van de coronacrisis in onze ogen het sterkst zijn. Voor zover mogelijk proberen we onderbouwd in te schatten wat belangrijke problemen en oplossingen zijn. Om het een beetje spannend te maken, presenteren we de ‘toekomstvoorstellingen’ in de vorm van een top 5, waarbij nummer 1, de meest ingrijpende verandering, als laatste aan bod komt.
Geef een reactie